Afscheid
Op Hemelvaartsdag, 9 mei 2013, is mijn vader overleden. Op 16 mei 2013 was zijn uitvaart in de Munsterkerk te Roermond en is hij bijgezet op de algemene begraafplaats “Tussen de Bergen” in Roermond.
Afscheidsrede
Beste familie, vrienden & bekenden van pap, vrienden & bekenden van de familie,
Leef Luu,
Woorden schieten te kort om mijn gevoelens naar waarde uit te drukken, maar ik ga het toch proberen.
Afgelopen week is mijn vader Gerardus Hubertus Martha (Ger/Huub) Weffers plots en onverwacht overleden. Pap is op 8 januari 1942 geboren als zoon van Jacobus Weffers (†) en Dorothea Weffers-Vestjens (†). Hij is op 9 mei 2013 gestorven als weduwnaar van Margaretha Hubertina Petronella (Greetje) Weffers-van Geel (†), als vader van Henricus Theodorus Gerardus (Harold) Weffers, als schoonvader van Mirela Alina (Alina) Albu, als broer, als schoonbroer, als oom, als neef, als vriend van enkelen en als bekende van velen. Hij is helaas niet meer!
Hij lijkt ‘slachtoffer’ te zijn geworden van een noodlottig ongeval in huis dat hem uiteindelijk fataal is geworden. Wij hebben helaas bij leven geen afscheid meer van hem kunnen nemen. Hij is helaas in absolute stilte overleden.
Pap was voor ons een groots mens, een mens net als wij allen zoals wij hier bijeen zijn met onze eigen sterktes en zwaktes, onze eigen gebreken, onze eigen unieke standpunten en onze eigen “gebruiksaanwijzingen”. Voor ons was hij een geweldige en liefdevolle vader en schoonvader.
Zijn leven heeft lange tijd in het teken gestaan van zijn gezin, zijn werk en zijn hobby als scheidsrechter bij het veld- en zaalvoetbal. Zijn leven is uiteindelijk helaas zeer zwaar beïnvloed door het overlijden van zijn moeder in augustus 1982 en door de ziekte en het overlijden van mijn moeder in juni 1996. Beiden waren voor hem echte zogenaamde life events. Het overlijden van mijn moeder heeft hem ontzettend zwaar getroffen en het heeft dan ook lange tijd geduurd alvorens hij weer terugkeerde naar zijn werk en naar zijn hobby’s. Thuis, echter, had pap zo ongeveer vanaf de eerste dagen na het overlijden van mijn moeder al besloten dat hij haar taken ‘moest’ overnemen om voor mij te zorgen… ook al was dat voor een 26 jarige wellicht niet echt nodig. Die “zorgtaak” heeft hij echter des al niet te min tot het laatste moment met verve en vol overgave vervuld.
Vanaf 2002, het moment dat Alina en ik in Boukoul zijn gaan wonen gingen Pap en ik iedere zaterdag samen boodschappen doen: eerst samen koffiedrinken en dan samen naar de winkel. Tijdens de koffie werd vaak gesproken en af en toe ook heftig gediscussieerd over politiek (in het bijzonder nationaal, regionaal en lokaal), over de ontwikkelingen op de beurzen, over Philips (waar hij als oud-medewerker toch nog steeds een band mee had), over hypotheken, over voetbal, over zijn huis waar hij zo trots op was, over de buurt en over mensen. Tijdens die gesprekken en discussies kon hij zich af en toe goed opwinden want pap had echt een gruwelijke hekel aan onrechtvaardigheid, bedrog en onrecht.
Ook ging het vaak over vroeger – of Vreuger zoals mijn vader zou zeggen; vaak over de familie, over de jaren tijdens of net na de oorlog, over de beginjaren van het huwelijk van mijn ouders, over zijn werk in Duitsland, over collega’s van toen, over de aankoop van hun (!) huis in 1984 en hoe verstandig dat toch wel niet blijkt te zijn geweest, over hoeveel beter het wel niet was ten tijde van de Gulden, eigenlijk over van alles en nog wat, over de kleine dingen van het leven. Dat is nu niet meer. Het is nu stil.
Een groot deel van onze geschiedenis is met hem verdwenen.
Nadat zijn hobby als scheidsrechter op enig moment fysiek niet meer haalbaar was, is hij gaan wandelen en is hij ook bij de wandelsportvereniging (WV Roerdal ‘87) actief geworden. Wandelen was op een gegeven moment zijn lust en zijn leven, net als het uitzetten van routes en het bemannen van rustposten. Daar heeft ie ook Mien Knapen-Moors (†) leren kennen waarmee hij gedurende enige tijd veel samen heeft gedaan, tot aan haar overlijden. Na enige tijd ging hij echter weer wandelen. Het is nu helaas anders gelopen dan verwacht: zijn levensloop heeft een andere wending genomen. Hij is niet meer.
Op enig moment is hij ook met allerlei korte vakantietrips meegegaan – met de bus want hij durfde niet te vliegen en schepen waren ook niet al te betrouwbaar, vond hij. Hij is naar landen als Kroatië, Polen, Roemenië, Andorra, en Monaco geweest, al dan niet met vrienden. Aan deze korte vakanties heeft hij veel herinneringen en nieuwe bekenden overgehouden en het was voor hem dan ook een grote teleurstelling toen hij vorig jaar als gevolg van zijn ‘nieuwe’ medicijnen het advies kreeg om maar niet meer zoveel/zover te reizen. Het reizen was niet meer. Het was nu stil.
Enkele jaren geleden heeft hij op de gezegende leeftijd van 68 zijn rijbewijs gehaald en een auto gekocht. Een auto waar hij o zo trots op was en die wekelijks liefdevol werd gepoetst. Aangezien fietsen hem toch al wat minder makkelijk afging had hij enkele jaren daarvoor al een brommobiel gekocht, maar op enig moment had hij het wel gehad met mijn grapjes over het brommobiel en is hij met het rijbewijs begonnen. Zowel het theorie- als praktijkexamen heeft hij toen als “oude opa” in een keer gehaald. Ik was trots op hem en hij was er ook ontzettend trots op. Dankzij de toegenomen mobiliteit kon hij wat vaker en verder weg en is hij ook weer op zoek gegaan naar oude bekenden en oud-collega’s. Toen hij in februari 2013 een lichte TIA kreeg was zijn grootste zorg of hij nog zou mogen autorijden. Gelukkig bleek bij een controle enkele weken later dat er geen redenen waren om niet meer te mogen rijden. De laatste tijd bleek hij zich naar verluid echter wat minder zeker in de auto te voelen en om de veiligheid van anderen niet in gevaar te brengen reed hij zelf steeds minder. De auto staat nu stil. Een stille getuige van het heengaan van mijn vader.
Ofschoon pap niet echt graag in het middelpunt van de belangstelling stond, de laatste decennia zeker ook niets had met feesten/partijen, en ook bij niemand de deur platliep, kon iedereen eigenlijk altijd bij hem terecht en stond hij eigenlijk ook altijd voor iedereen klaar wanneer er iets moest gebeuren. ‘Vragende mensen zijn te helpen’ zei hij altijd.
Nadat hij vorig jaar al medicijnen had gekregen om zijn bloeddruk te verlagen heeft hij begin februari 2013 de TIA gekregen waarvan de effecten echter – voor ons, althans –minimaal leken. Discussies over een andere woning waren bij mij vader al jaren een taboe: ‘Uit dit huis dragen ze me uiteindelijk tussen zes planken uit!’ zei hij altijd. Het huis dat hij samen met mijn moeder had gekocht was voor hem echt voor alle eeuwigheid thuis. Nu is het leeg. Hij is niet meer.
En pap was ook zo ontzettend trots op zowel mij (zijn zoon) als Alina (zijn schoondochter); enkelen van U kunt zich dat mogelijk nog wel herinneren van ons huwelijk in 2003 hier in de Munsterkerk of van de promotie van Alina in 2008: je zag hem gewoon stralen. En dit feit kwam ook terug in de veel kaarten en e-mails die we hebben ontvangen. Nu rest ons alleen nog de herinnering.
Ik zou U uren over mijn vader kunnen vertellen, maar daarvoor zijn we helaas niet naar de Munsterkerk gekomen. Wij zijn hier bij elkaar om de laatste eer te bewijzen, een laatste groet te brengen, afscheid te nemen van mijn vader en hem te begeleiden naar zijn laatste rustplaats alwaar hij zal zijn herenigd met mijn moeder.
Hij heeft een gapende leegte bij ons achtergelaten, maar wij putten enige troost uit het feit dat hij ons leven op bijzondere en onnavolgbare wijze heeft verrijkt en zolang hij in onze harten en in onze herinneringen behouden blijft zal hij nooit echt uit ons leven weg zijn. Het zal echter nooit meer hetzelfde zijn.
Pap, Rust in Vrede